
Autoblog @ Parijs 2018 – Deel 5
Wouter speelt met een poes, het befaamde schaamlapje van Skoda en de nieuwe Audi A1 van dichtbij. And welcome to our …
source
Wouter speelt met een poes, het befaamde schaamlapje van Skoda en de nieuwe Audi A1 van dichtbij. And welcome to our …
source
Aston Martin heeft het dak getrokken van de Vantage met de nieuwe Roadster. En hij is bruut. We staan bij de enige officiële …
source
De Dacia Bigster is de grootste, meest luxe en duurste Dacia ooit. De 4,57 meter lange SUV biedt meer ruimte en is veel goedkoper dan een Volkswagen Tiguan. Véél goedkoper.
Het is een cliché om het ontwerp stoer te noemen, toch is dit het eerste wat in ons opkomt als we de gewelfde motorkap met vouw in het midden, de hoekige bumpers en de kunststof sierranden bekijken. Aan de grille en de vorm van de koplampen zie je gelijkenissen met de 23 centimeter kleinere Duster. Het is dus een echte Dacia en geen goedkope Jeep-kloon.
Met de Bigster slaat Dacia vooroordelen over budgetauto’s in de wind. In basisbehoeften als airco en elektrische ramen voorziet menig Dacia, maar de fabrikant gaat zich bij z’n nieuwe topmodel ook te buiten aan luxezaken die tot dusver in geen enkele Dacia leverbaar waren.
Voorbeelden zijn klimaatregeling met twee zones, eigen ventilatieroosters voor de achterpassagiers, een panoramadak (1,20 m lang) en een draadloze telefoonoplader. De bestuurdersstoel is zelfs elektrisch bedienbaar, net als de nieuwerwetse achterklep.
Dat Dacia niet meer de tweede viool speelt, zie je ook aan de primeur die het kreeg met de nieuwe 155 pk hybride motor. Die is gebouwd volgens Franse logica en dus verdraaid ingewikkeld. Een 1.8-viercilinder werkt samen met een elektromotor (50 pk) en een potige startmotorgenerator. Er zijn twee elektrische versnellingen en vier voor de benzinemotor. Deze aparte mix van acht verzetten functioneert in de praktijk aardig.
In de stad kun je als je niet te hard optrekt tot een snelheid van 50 km/h of zelfs 60 km/h elektrisch rijden. Daarboven slaat de benzinemotor aan. Meestal verloopt de samenwerking soepel, alleen bergop springt de benzinemotor wel erg nadrukkelijk hoorbaar bij. Het praktijkverbruik valt mee; tijdens onze testroute door de bergen van de Provence haalden we moeiteloos 5,5 l/100 km (1 op 18,2).
Dacia heeft een dikke geluidwerende voorruit gemonteerd, die samen met extra isolatiemateriaal in de wielkasten voor een verbazingwekkende stilte zorgt. Rijd je 100 km/h, dan hoor je vrijwel niets van de geluiden van de motor, banden en wind. Daardoor lijkt het alsof je in een veel duurdere auto rijdt. Ook de afstemming van het onderstel is mooi gebalanceerd.
En laat het maar aan Dacia over om de bruikbaarheid niet uit het oog te verliezen. De Bigster heeft een flinke bagageruimte (afhankelijk van de motorisering tot wel 667 liter; 15 liter meer dan de ruimste Volkswagen Tiguan) en op de achterbank zitten zelfs lange volwassenen niet voor straf.
Dacia moest ergens op beknibbelen en deed dat met de materialen. Overal in het interieur is keihard plastic toegepast. Het lacht je van alle kanten tegemoet: van het dashboard tot de armsteunen in de deurpanelen. Al stoort het niet.
En de besparing werkt: wat je ook aanvinkt op de optielijst, je moet veel moeite doen om boven de 40.000 euro uit te komen. Onze Launch Edition kost 39.000 euro en dan is er nauwelijks nog iets te wensen over.
Krijgt Dacia het dan hoog in de bol met de Bigster en zwicht het voor het grote geld? Welnee. De Roemenen volgen niet de weg van dat andere opgebloeide Oostblokmerk Skoda, dat in kwaliteit én prijs nauwelijks nog onderdoet voor Volkswagen.
Elke vrijdag een nieuwe autotest lezen? Meld je aan voor onze nieuwsbrief!
De Bigster is ‘gewoon’ 10.000 euro goedkoper dan vergelijkbare modellen. Voor 31.000 euro heb je er al een. Nee, dan andere merken met SUV’s rond de 4,57 meter. Voor een Volkswagen Tiguan moet je minimaal 46.990 euro aftikken en voor een Ford Kuga 43.490 euro. De Renault Austral krijg je ook niet mee voor minder dan 40.090 euro.
Het lijkt wel alsof Dacia het enige automerk is dat zich realiseert dat niet iedereen 50.000 euro heeft klaarliggen voor een nieuwe auto. Het gamma van Dacia is doordacht, met wat ons betreft een paar geniale uitschieters. De Dacia Jogger bijvoorbeeld, waarbij zeven personen er comfortabeler bij zitten dan in menig peperdure SUV. Of de Dacia Spring, de goedkoopste elektrische auto van Nederland.
Nu trekt het merk grote schoenen aan door met een 4,57 meter lange SUV op de proppen te komen. Een grote, comfortabele auto die ruim en praktisch is én niet te veel kost: het lijkt een onmogelijk wensenlijstje. Maar de robuuste, scherp gelijnde Dacia Bigster biedt het allemaal en ziet er wat ons betreft nog goed uit ook. Als je het vele harde plastic door de vingers ziet, is op de Bigster nauwelijks iets aan te merken.
Haantjesgedrag is sommige Spanjaarden niet vreemd. Ook de nieuwe Cupra Tavascan is nogal macho. Hij daagt brutaal elektrische SUV’s van Audi, Mercedes – en Mini – uit. Maakt de nieuwkomer een kans? We nemen de aandrijflijn onder de loep.
Zijn scherpe lijnen en agressieve styling geven de Cupra Tavascan bijna het uiterlijk van een Lamborghini Urus voor de massa. Alleen brult er onder de motorkap geen dikke V8. In tegendeel, de Tavascan is volledig elektrisch en maakt gebruik van het MEB-platform van de Volkswagen Groep. Voor deze eerste vergelijkende test staat de Cupra Tavascan VZ klaar, de topversie met twee elektromotoren, vierwielaandrijving en een vermogen van 340 pk.
Zijn prijskaartje roept wel vragen op: minimaal 58.990 euro wil Cupra voor deze versie hebben. Daarmee is-ie duurder dan de Audi Q4 45 e-tron Quattro met 286 pk (49.990 euro) en de Mini Countryman SE All4 met 313 pk (50.157 euro). De enige premiumconcurrent die meer kost dan de Cupra, is de 292 pk sterke Mercedes EQB 350 4Matic. Zijn prijs bedraagt een niet-misselijke 70.111 euro. Er zijn wel goedkopere varianten van de EQB, maar die komen qua vermogen niet eens in de buurt van de Spaanse uitdager.
De Cupra Tavascan is zonder twijfel de meest dynamische EV in deze vergelijking. En dat is geen verrassing met zijn vermogen van 340 pk. De Spanjaard sprint in 5,3 seconden van 0 naar 100 km/h en houdt de vaart erin tot zijn begrensde topsnelheid (180 km/h). Daarmee laat hij de Audi Q4 e-tron achter zich, die voor dezelfde sprint 6,4 seconden nodig heeft.
Toch eindigt de Audi samen met de Mini Countryman op een gedeelde tweede plek in het motorenklassement. Want net als de Tavascan, heeft de Q4 een efficiënt accupakket, dat het tweetal een grotere actieradius bezorgt dan de andere kandidaten. In onze test komen we met de Audi 318 kilometer ver, de veel krachtiger Cupra zit ’m met 316 kilometer op de hielen.
De Mercedes EQB verbruikt de meeste energie en haalt met zijn 70,5 kWh-accu slechts 275 kilometer op een volle lading. Nog kritischer is de situatie bij de Mini Countryman. Die moet met zijn 64,6 kWh-accu al na 269 km weer aan de laadpaal. Kanttekening: dit is inclusief de prestatiemetingen. Wie een beetje zijn best doet en zich aan de Nederlandse maximumsnelheid houdt, komt echt wel verder.
De volledige test inclusief alle cijfers en metingen staat in Auto Review 4/2025. Nu te koop!
Snel accelereren is één, snel laden is iets heel anders. Zo heeft de Cupra de laagste snellaadcapaciteit in deze test: 135 kW. Met 175 kW zit de Audi sneller weer op 80 procent, wat het risico op een cafeïnevergiftiging van de inzittenden beperkt. De Mercedes EQB bungelt onderaan met slechts 100 kW. En dan heeft-ie ook nog het hoogste stroomverbruik in de test. Daar komt bij dat de topsnelheid van de EQB beperkt is tot 160 km/h, waardoor hij in de vergelijking van de aandrijflijnen als laatste eindigt.
De Audi en de Mini behalen dezelfde score voor hun aandrijflijn. Want tegenover het grotere snellaadvermogen van de Q4, zet de Countryman een lager verbruik (24 kWh per 100 km), bovendien sprint-ie sneller naar de 100. En ook aan de wallbox thuis of een AC-laadpaal is hij vlot. Daar is onze test-Countryman als enige bij te laden met 22 kW. De andere drie auto’s kunnen maximaal 11 kW aan. Helaas kost dat oplaadgemak van de Mini veel geld: het is een onderdeel van het 5800 euro kostende M-pakket.
Meer tests lezen? Meld je aan voor de gratis nieuwsbrief!