
Autoblog Podcast #74: duurste Phantom + goedkoopste Quadrofoglio
In Autoblog Podcast 74 bespreken Wouter en Martijn de duurste Rolls-Royce Phantom van Nederland. Op Marktplaats vonden …
source
In Autoblog Podcast 74 bespreken Wouter en Martijn de duurste Rolls-Royce Phantom van Nederland. Op Marktplaats vonden …
source
Mercedes breidt de CLE-familie uit met een open versie. Al na een paar kilometer raakten we betoverd door de charmes van de Mercedes CLE Cabriolet. Maar uiteindelijk werd de betovering hardhandig verbroken.
Als fan van open rijden moet je eigenlijk dankbaar zijn voor elk nieuw cabriomodel dat nog op de markt komt. Dit type auto, dat voor veel autoliefhebbers nog altijd als de puurste vorm van autorijden geldt, wordt immers met uitsterven bedreigd. Maar bij Mercedes blijven ze trouw aan de traditie van luxe open cruisers en presenteren ze met de CLE Cabrio een nieuwe ster aan het firmament.
Meer tests lezen? Meld je aan voor de gratis nieuwsbrief!
Voor de eerste rit met de nieuwkomer kiezen we de meest begeerlijke motorisering. Het zal sommigen onwaarschijnlijk in de oren klinken, maar dat is een mild hybrid. Die combineert een 381 pk sterke 3,0-liter zes-in-lijn motor met een potige startmotorgenerator van 23 pk.
Ondanks twee ton aan eigengewicht komt de uit de kluiten gewassen cabrio moeiteloos van z’n plek. De honderdsprint legt de Mercedes CLE Cabriolet vloeiend, in slechts 4,7 seconden af – het lijkt wel een EV! Niet alleen wat het tempo betreft, maar ook vanwege de bijna lineaire krachtontwikkeling.
Gelukkig vertelt het geluid een ander verhaal. De zescilinder geeft een vocaal concert ten beste als een operazanger die bij een kalm ingezette aria overstapt op een rauwere rockballad. Het klinkt stoer en getuigt van kracht, maar het wordt nooit een ordinaire schreeuwpartij. Verder valt op hoe graag de drieliter zijn rondjes draait, al staat het maximumkoppel van 500 Nm al vanaf 1800 tpm paraat.
Het algehele gevoel van verfijning wordt versterkt door het rijcomfort. Helemaal bij onze testauto, die is uitgerust met de optionele adaptieve dempers. In de Comfort-modus strijken ze oneffenheden keurig glad. Dat maakt dit tot het favoriete standje van erwtgevoelige prinsessen en alle anderen die van zacht zoeven houden.
In de sportmodus voelt de CLE merkbaar steviger aan, wat samen met de nauwkeurige stuurreacties voor veel rijplezier op bochtige trajecten zorgt. Toch biedt het onderstel in deze afstemming nog steeds comfort van een niveau waar andere auto’s stikjaloers van raken.
In vergelijking met de Coupé heeft de Cabrio ongeveer 130 kilogram meer lood in de kont. Nou ja, niet alleen daar, want veel van het extra gewicht komt voor rekening van allerlei verstevigingen die de Mercedes-technici aan de carrosserie hebben doorgevoerd. Een open auto biedt van nature immers veel minder torsiestijfheid dan een dicht exemplaar. Het resultaat van de inspanningen mag er zijn. Zelfs op een versleten wegdek is er geen piepje, kraakje of rammeltje te horen.
Veel moderne cabriolets hebben zo’n hoge gordellijn, dat er nauwelijks rijwind het interieur binnendringt. Zeker op de snelweg is dat prettig voor het rijcomfort, maar op binnenwegen neemt het ook wel iets van de beleving weg. In de CLE is de toevoer van frisse lucht altijd aangenaam gedoseerd. Mocht het toch te koud worden, dan kan de bestuurder met een druk op de knop de zogenaamde aircap uitklappen. Dat is een soort spoiler in het voorruitframe, die de wind over het ruime interieur heen leidt.
Het tegelijkertijd uitklappende windschot achter de achterpassagiers voorkomt bovendien dat overmatige luchtwervelingen van achteren het interieur binnendringen. Ideaal als je wilt voorkomen dat de Raad op de Kinderbescherming je ter verantwoording roept vanwege een stel kleumende kleuters op de achterbank. Je kunt uiteraard ook helemaal op safe spelen en het dak in luttele seconden sluiten. Als je boodschappen gaat doen, is dat sowieso de betere optie, want met de kap dicht past er 385 liter bagage in de kofferbak, tegen 295 liter met het dak omlaag.
De antikleumvoorziening behoort trouwens – net als vele andere comfort verhogende gemakken – tot de standaarduitrusting. Maar helaas maakt een riant uitrustingspakket van deze elegante cabrio nog geen koopje. Ook financieel gezien blijft het een rasechte Mercedes, dat begint al met de aanschafprijs. Als instapper fungeert de ruim 200 pk sterke CLE 200, die in Nederland voor niet minder dan 80.455 euro het dealerpand verlaat. Onze zuiderburen mogen ‘m voor ruim 71 mille meenemen.
De vierwielaangedreven versie met dezelfde motor – een tweeliter viercilinder – is zo’n 3000 euro duurder. Ook de Mercedes CLE 300 Cabriolet heeft een viercilinder achter de ster, zij het met een riante 258+23 pk. Vanafprijs: 92.201 euro (België: 78.045 euro). De door ons gereden CLE 450 4Matic Cabriolet is zelfs pas verkrijgbaar vanaf 110.228 euro (90.145 euro in België). En dan vraagt de Belastingdienst maandelijks ook nog een rib uit je lijf én je rechterarm voor de mrb (ca. 120 euro). Om van de verzekeringskosten nog maar te zwijgen …
De nieuwe Mercedes CLE Cabrio is een verfijnde open cruiser die aan hoge comforteisen voldoet en tegelijkertijd een subtiel sportief nootje uitdeelt. Daarnaast is de open vierzitter met z’n redelijk grote kofferbak ook geschikt voor dagelijks gebruik. Zwakke punten? De realiteitszin die de prijslijst in je losmaakt.
De Polestar 4 staat vooral bekend om een ding: het gebrek aan een achteruit. Dat moet wel enorm onhandig zijn, hoor ik je denken. Opvallend genoeg blijkt de nieuwste creatie van Polestar echter een stuk praktischer te zijn dan je in eerste instantie denkt.
Polestar zelf plakt het SUV-predikaat op de 4. Best vreemd, want de auto valt maar moeilijk te betichten van typische SUV-trekjes. Door zijn aerodynamische lijnvoering, lage silhouet en elegante, aflopende daklijn zouden wij ’m eerder als sportsedan of fastback willen betitelen. Doordat de 4 hoger op zijn (grotere) wielen staat dan conventionele EV’s, en de onderrand van de carrosserie is bekleed met ongelakte kunststof beschermlijsten, is het volgens Polestar toch heus een SUV. Afijn, oordeel zelf maar.
Wat de oorzaak is van dat slechte zicht dwars door de Polestar 4 heen? De auto heeft helemaal geen achterruit. Je leest het goed: de ontwerpers van de 4 hebben die heel bewust weggelaten. Of eigenlijk werden ze ertoe gedwongen, juist om dat lage silhouet van de auto te kunnen realiseren. Net als bij de Polestar 3 streefden de ontwerpers van de 4 een riant interieur na, maar wilden zij al het overbodig volume elimineren. Ten faveure van de stroomlijn, en voor schoonheid van de auto.
Een hindernis werd gevormd door de obligate dwarsbalk, die ter versteviging van de carrosserie meestal ergens boven de achterruit is geplaatst. Met die balk op de normale plaats, zou een aflopende daklijn ten koste gaan van de hoofdruimte achterin. Dus hebben de ontwerpers van de Polestar 4 die balk verder naar achteren geschoven. Op die manier verloor de Polestar 4 zijn achterruit. En z’n binnenspiegel. Want daar zit nu een beeldscherm dat de bestuurder onbelemmerd zicht naar achteren biedt.
Meer rijtests lezen? Schrijf je in voor onze gratis nieuwsbrief!
Goed, zo’n cameraspiegel hebben we vaker aan den lijve ondervonden, maar meestal met matig succes. Ook de ‘binnenspiegel’ van de Polestar 4 is wennen. Zeker als je een bril hebt. Bij een normale spiegel hoef je je focus niet te verleggen: kijk 100 meter voor de auto, draai je ogen naar de spiegel toe en je kijkt 100 meter achter je auto, zonder dat je daarvoor scherp hoeft te stellen.
Bij zo’n beeldscherm, waarmee geen diepte kan worden gecreëerd, moet je je focuspunt verleggen van 100 meter voor je op de weg naar zo’n 20 à 30 centimeter, de afstand van het cameraspiegel tot je hoofd. Probeer dan maar eens scherp beeld te krijgen, als verziende bestuurder met multifocale glazen. Dat lukt alleen wanneer je je hoofd ver naar achteren buigt. En dat is niet bepaald comfortabel, kunnen we uit eigen ervaring vertellen …
Maar misschien moeten we onszelf de tijd gunnen om te wennen aan dat beeldscherm als binnenspiegel. Vanachter het stuur heb je trouwens pas in de gaten dat de Polestar 4 geen achterruit heeft wanneer je over je schouder naar achteren kijkt. Op de achterbank ervaar je het ontbreken van een glasplaat in je nek beslist niet als gemis. Het schot achter je hoofd wordt in het donker sfeervol uitgelicht, en geeft je een beschut en veilig gevoel. Door het enorme panoramische dak komt er veel daglicht naar binnen en heb je prachtig uitzicht op stedelijke architectuur, de kruinen van de bomen of ruige bergtoppen.
De Polestar 4 heeft weliswaar geen achterruit, onder de grote achterklep gaat wel een joekel van een bagageruimte schuil. Er past 526 liter in. Met de achterbank plat, want dat kan gewoon, heb je 1536 liter de ruimte. En nog eens 15 litertjes in de frunk. Een aanhangwagen met een geremd gewicht van 1500 kilo is geen probleem. De versie met twee elektromotoren kan zelfs 2000 kilo sleuren.
Hoe dan ook: de opmerkelijke vormgeving van de achterruitloze Polestar 4 staat de praktische eigenschappen van de auto beslist niet in de weg. Maar ondanks de verrassende praktische eigenschappen, stuurt de Polestar 4 juist als een sportsedan. Uiterst direct, zodat kleine verdraaiingen van het stuur leiden tot snelle koersveranderingen. Door het formaat en gewicht van de auto, kost het even tijd om de Polestar 4 in de bocht te leren plaatsen. Hij is immers 2,14 meter breed (inclusief buitenspiegels) en weegt 2230 kilo. Zijn de fysieke grenzen van de auto eenmaal verkend, dan is er niets meer dat je weerhoudt om op een mooie weg het acceleratiepedaal wat dieper in te trappen.
Onze testauto beschikt over één, tussen de achterwielen geplaatste elektromotor, die een vermogen levert van 272 pk en een maximum koppel van 343 Nm. Daarmee kan iedereen prima mee uit de voeten. Niet dat de prestaties van de Polestar 4 Long Range Single Motor spectaculair zijn, maar een sprintje in 7,1 tellen vanuit stilstand naar 100 km/h is nog altijd prima.
Als Long Range Dual Motor werkt de Polestar 4 dezelfde oefening in 3,8 seconden af. Maar die versie schaf je natuurlijk in de eerste plaats aan om zijn hogere trekvermogen. Niet dan? Uit de batterij van 100 kWh (netto: 94 kWh) haal je met een enkelmotorige versie een afstand van 620 kilometer. De Dual Motor komt 30 kilometer minder ver op een volle accu. Snelladen gaat met 200 kW.
Je voelt meteen dat er veel zorg is besteed aan het onderstel van de Polestar 4. Rijplezier biedt de auto volop. Kies je ervoor om de tweemotorige versie te bestellen, dan wordt de optie geboden om het Performance Pack te bestellen. In dat pakket zitten schokdempers die nog verfijnder zijn afgestemd dan de standaard adaptieve exemplaren, evenals 22-inch wielen en remmen van Brembo. De fraaie accenten in Swedish Gold zijn er enkel voor het uiterlijk vertoon.
Zoals het een (semi-)Zweeds merk betaamt, is er ook veel zorg besteed aan de kwaliteit van de stoelen en de omvang van de veiligheidsuitrusting. De auto zit boordevol rijhulpsystemen, waardoor het menu van het bedienings- en multimediasysteem behoorlijk uit zijn jasje is gegroeid. Maar alle functies zijn gemakkelijk te vinden, wanneer je de logica van de menustructuur begrijpt. Met de 4 richt Polestar zich tot het D-segment, waar EV’s als de Volkswagen ID.7, Hyundai Ioniq 6 en Nio ET5 opereren. Prijzen beginnen bij 64.800 euro voor de versie met enkele elektromotor, de tweemotorige Polestar 4 wordt geleverd vanaf 72.800 euro
Je vraagt je af of de ontwerpers van de Polestar 4 hebben gekozen voor vorm vóór functie, in plaats van andersom. Maar de auto biedt veel ruimte en beschikt over verrassend goede praktische eigenschappen. Daarnaast smoelt de auto ook nog eens erg goed, en weet hij een glimlach op je gezicht te toveren door zijn dynamische rijeigenschappen. Voor ons is die camerabinnenspiegel nog een potentieel breekpunt. Door het ontbreken van een achterruit ontkom je er echter niet aan. Hopelijk kun jij er wel snel aan wennen. Want verder is de Polestar 4 een bijzonder verleidelijke sportsedan. Of was het nou een SUV?
Alle ins en out vertellen we je in het occasion aankoopadvies van de Volkswagen Passat 2014-2024 (B8).
source
Een compleet vernieuwde Tesla Model Y verschijnt op z’n vroegst in 2025, dus je kunt met een gerust hart het huidige model aanschaffen. Zoals de nieuwe Long Range RWD met één elektromotor en 600 kilometer rijbereik.
Als iemand ons vraagt wat de beste elektrische auto van het moment is, dan overpeinzen we vliegensvlug de belangrijkste eisen en wensen van alle EV-rijders in Nederland en België en luidt ons antwoord steevast: de Tesla Model Y. Hij biedt alle prettige EV-eigenschappen waar Tesla’s bekend om staan, zoals een laag stroomverbruik, een grote actieradius en snel en makkelijk opladen.
Natuurlijk doet de Tesla Model 3 dat ook, maar de Model Y heeft onze voorkeur dankzij de hoge zitpositie, de vele binnenruimte en de grote achterklep. Het sedanachtig klepje van de Model 3 is lang niet zo praktisch.
En welke uitvoering van de Model Y moet je dan hebben? De nieuwe Long Range RWD maakt de switch naar elektrisch rijden het makkelijkst, want hij heeft de grootste actieradius en dus ervaar jij de minste actieradiusstress. Met een bruikbare capaciteit van 75 kWh is de batterij niet enorm groot, maar de aandrijflijn met één elektromotor op de achteras is wel opvallend efficiënt.
Tijdens onze actieradiustests van de Tesla Model Y laat hij prachtige verbruikscijfers zien: 14,3 kWh/100 km als je 100 km/h rijdt en 20,3 kWh/100 km bij 130. Eigenaren van andere elektrische SUV’s kunnen alleen maar dromen van zulke lage getallen. Het resultaat is dat je overdag op de snelweg 500 kilometer ver komt op een acculading stroom. Voor veel twijfelaars is dat het magische getal.
Denk maar niet dat je op sportief gebied iets mist. Want ook met maar één elektromotor (op de achteras), sprint de Long Range in 5,9 seconden naar de honderd. De Longe Range met twee elektromotoren (533 km, 52.990 euro) is slechts 0,9 seconden sneller. Beide hebben een voor EV-begrippen imposante topsnelheid van 217 km/h.
De besturing is lekker stevig en direct, wat past bij het sportief afgestemde onderstel. Op een egale snelweg zijn vering en demping goed op hun taken berekend, maar zodra je een klinkerweg opdraait, word je behoorlijk door elkaar geschud. Over ruimte voor verbetering gesproken: de cabine is stil genoeg, maar de nieuwe Model 3 laat horen dat het beter kan.
Die Model 3 ziet er ook stoerder uit dan zijn voorganger. En laten we eerlijk zijn: ook de Model Y kan wel een nieuw design gebruiken. Er bestaan wasmachines die meer emotie uitstralen dan deze auto. Daar komt bij dat het interieur zijn wowfactor langzaam kwijtraakt, want een strak dashboard met een groot centraal beeldscherm is tegenwoordig eerder regel dan uitzondering in de autowereld. Wel voelen alle panelen op en rondom het dashboard lekker zacht aan. De Duitse merken decoreren de cabines van hun elektrische SUV’s steevast met een welgemikt schot van het kunststofkanon.
Dat brengt ons bij de olifant in de kamer: als je een nieuwe auto koopt, sta je er meestal niet bij stil dat het model vroeger of later een opvolger gaat krijgen die beter is. Maar de opvolger van de Model Y kunnen we al bijna ruiken. Het ligt in de lijn der verwachting dat hij dezelfde transformatie ondergaat als de Model 3. Dat zal alleen niet morgen al gebeuren. Elon Musk heeft laten weten dat er géén nieuwe Model Y in 2024 verschijnt. Dus als je er vandaag een koopt, is-ie nog zeker 4 maanden nieuw.
Hoewel het vooruitzicht van een stillere cabine en een soepeler veercomfort ons doen verheugen op een nieuwe Model Y, zijn we bang dat je de knipperlichten voortaan moet bedienen met knoppen op het stuur. Net als bij de Model 3. De huidige Model Y heeft nog gewoon een hendel voor de knipperlichten en een hendel waarmee je de automaat en cruisecontrol bedient. Daar zijn we blij mee en onwennige, beginnende Tesla-rijders al helemaal, is onze verwachting.
De Model Y Long Range RWD kost 49.990 euro en komt dus niet in aanmerking voor EV-subsidie. Het basismodel van 45.990 euro wordt wel gematst met 2950 euro en zo loopt het prijsverschil op tot bijna 7 mille. De een heeft 455 kilometer rijbereik, de ander 600 kilometer. Dat lijkt misschien een klein verschil, maar houd er rekening mee dat 600 kilometer in de praktijk dus neerkomt op 500 kilometer. En de range wordt nog minder als je hard rijdt of wanneer het koud is. Met een kleiner accupakket gaat daar nog een kwart vanaf. Kortom, de Long Range is de beste keus.
Wat is een goede manier om het Nederlandse verkoopsucces van de Model Y vast te houden? Een versie met een extra grote actieradius introduceren! Met een realistisch rijbereik van 500 kilometer is deze uitvoering een veilige keus voor beginnende EV-rijders. Ook omdat-ie nog gewoon een hendel voor de knipperlichten heeft.